In Hemel in Aarde vervagen de grenzen tussen het stoffelijke en het etherische. De kamer is een verstilde ruimte waar hemel en aarde elkaar aanraken. Zwevende (kunst)gordijnen, gemaakt van gereinigde en bewerkte kaasdoeken, hangen als 'dagdroomsluiers' in de ruimte. Ze dansen op de adem van de wind, vangen het licht en onthullen langzaam hun verhaal. Gekleurd met pigmenten gewonnen uit planten van het omliggende heidelandschap, dragen ze de tonen en het mystieke van de omgeving. Dit is een ruimte waarin je zweeft, zonder los te raken. Waar je geworteld bent in het landschap, maar onthuld wordt door iets lichters. Je mag hier even buiten de tijd bestaan.
De materialen waarmee de kamer is ingericht zijn geoogst: van 'herademend textiel': hergebruikte kaasdoeken, tot 'stadsgewas': bouwafval uit containers in de stad. Van weggegooide profielen tot resthout. Zo ontstaat een ruimte die met zorg is samengesteld uit wat al bestond. Een ruimte die een nieuw perspectief biedt op waarde, schoonheid, landschap en wonen. Hemel in Aarde nodigt uit tot herademen.